Waarom verzekeraars opeens de duurzame revolutie verkondigen?

Accenture-Innovation-Awards-2x3-blanco-LR-kopie.jpg

Door Jan Driessen, 18 mei 2018

Het was natuurlijk opmerkelijk en hoopgevend nieuws vorige maand: Aegon dwingt Shell tot een intrinsiek duurzamere koers. Aegon wil dat Shell veel meer vaart maakt met het naleven van het Parijse klimaatakkoord. Dat is ook volkomen logisch en terecht! Verzekeraars hebben ook baat bij minder opwarming en een schonere aarde. Tot nu toe steunden alle grotere aandeelhouders Shell echter nog bij een veel gematigder beleid. Wat dat betreft mag de stap van Aegon ronduit revolutionair en stoer genoemd worden. Maar waarom is die actiebereidheid opeens zo hoog, vanwaar die urgent gedreven groene zendingsdrang? 

ABN Amro, Ahold en Aegon namen 20 jaar geleden het initiatief om gezamenlijk een “golden model” te ontwikkelen over duurzaamheid. Hoe zou je zo objectief mogelijk het duurzame gedrag van jouw bedrijf kunnen onderzoeken ten opzichte van andere bedrijven? De druk van maatschappelijke organisaties liep in die dagen enorm op en zo ook het aantal verzoeken tot tijdvretende duurzaamheidstesten. Elke zichzelf respecterende milieu-organisatie kwam weer met een geheel eigen set aan gedetailleerde vragen. Het veroorzaakte onnodige opstopping en complete chaos in duurzaamheidsland.

Vervelende hype
Na een jaar van intensief overleg werden de toen al bestaande regels van de GRI (Global Reporting Initiative) formeel geadopteerd. En kwam er jaarlijks een onderling vergelijkbare inventarisatie naar duurzaam gedrag. Maar veel topmanagers vonden dat intensieve jaarlijkse onderzoek maar baarlijke nonsens; een vervelende hype die wel zou overwaaien en het bekijken nauwelijks waard. Veel steun was er niet voor en het gedrag werd er al helemaal niet door gedicteerd.

Dat werd anders toen de gezaghebbende ‘Dow Jones Sustainability Index’ (DJSI) openbare lijsten ging publiceren over 4.000 bedrijven en hun al dan niet duurzame gedrag. Je positie op die lijst werd bepalend voor het duurzame beeld van jouw bedrijf. Die lijst werd dus opeens gevaarlijk voor de reputatie van bedrijven en hun leiders. Waar stonden ze op die lijst, en zouden ze er volgend jaar ook nog wel op staan?

Geraakt in de portemonnee
Niet alleen milieu-organisaties maar ook de eigen medewerkers, klanten en zelfs toezichthouders gingen vragen stellen over die lijst. Ook de commissarissen ontdekten de lijst als handig middel om het eigen bedrijf te controleren. En om het bestuur te belonen! Directievoorzitters en bestuursleden van verzekeraars hebben zogenaamde KPI’s afgesproken, ‘Key Performance Indicators’, doelen die je moet halen om in aanmerking te komen voor je variabele beloning. Decennialang gingen die exclusief over winst, omzet en kostenbeheersing. Maar tegenwoordig weegt de plaats op de DJSI ook flink mee bij de vaststelling van de beloning. Slecht presteren op duurzaamheid of investeren in bedrijven die op deze lijst niet voorkomen, wordt daardoor niet alleen een mogelijk reputatiegevaar, maar voelen de leiders ook direct in de eigen portemonnee. Shell is nu een bedrijf op het randje. Komt in de top van de DJSI niet voor en moet vrezen voor een herbevestiging in 2018. En dus moet Shell groener, en snel!

Ik ga ervan uit dat verzekeraars als Aegon tegenwoordig oprecht van mening zijn dat hun hele ondernemen en beleggen verantwoord en duurzaam moet zijn. Maar zo’n persoonlijke, en mogelijk financieel pijnlijke stok achter de deur helpt daar wel bij.

Previous
Previous

Topsport en media omarmen #PlayUnified