RABO-top gooit eigen medewerkers onder de OAD-bus! 

IMG_2799.JPG

Door Jan Driessen, 7 september 2020

‘Chaos en miscommunicatie bij Rabobank in laatste dagen OAD’

Twee gewone medewerkers van de afdeling Bijzonder Beheer van de Rabobank, worden door het eigen chique advocatenbureau De Brauw opgeroepen om onder ede te getuigen in de Oad-zaak. Dat gebeurt 1 en 2 maart aanstaande voor de rechtbank in Utrecht. Het komt in Nederland zelden voor dat de leiding van grote multinationals, de verantwoordelijkheid voor genomen beslissingen volledig bij hun ondergeschikten legt. Daarmee gooit de RABO-top de twee eigen medewerkers heel bewust onder de (Oad)bus en wast de eigen handen in onschuld.

‘Ik kende geen details over Oad’
De hoogst verantwoordelijken binnen de Rabobank werden begin dit jaar al onder ede gehoord. Jan van Nieuwenhuizen, de toenmalig verantwoordelijk accountmanager voor Oad (en nu scheidend lid RvB Rabobank) nam daar met kracht afstand van het hele Oad dossier: “De klant (Oad) werd al langere tijd behandeld door Bijzonder Beheer, en daar had ik verder geen betrokkenheid bij. Ik was niet op de hoogte van de details, want dat lag niet binnen mijn verantwoordelijkheid.” Volgens Van Nieuwenhuizen was hij alleen in grote lijnen op de hoogte: “Met grote lijnen bedoel ik dat het bedrijf in zwaar weer was en onder behandeling van Bijzonder beheer stond. Ik wist verder niet van details en de precieze situatie.” 

‘Hij kende het Oad-dossier’
Toenmalig lid Raad van Bestuur Sipko Schat herinnert zich dat geheel anders. Hij had Van Nieuwenhuizen specifiek gevraagd om de in deze zaak bemiddelende Commissaris der Koning Ank Bijleveld terug te bellen juist vanwege zijn detailkennis van Oad: “Ik heb de Heer van Nieuwenhuizen gevraagd om Mevrouw Bijleveld terug te bellen, omdat hij dé account executive was. Hij was de betrokkene bij de klant Oad, dus hij kende het dossier. Ik heb niet overwogen om Bruggink (CFO) te laten terugbellen: ik heb de account executive gevraagd (lees JvN), omdat hij het dossier kende.” Jan van Nieuwenhuizen wist echter van niks. Wist zelfs naar eigen zeggen niets over de inhoud en de uitkomst van het reddingsplan voor Oad door de Twentse investeerders. Hij verklaart onder ede de brief met alle details over de deal - die op 23 september door Oad aan Bijzonder Beheer is gestuurd - niet te kennen: “Ik kan mij niet herinneren dat ik die brief heb gezien, ik ken die brief niet”.

“RABO-top beloofde voldoende tijd”
De Commissaris van de Koning, Ank Bijleveld belt op vrijdag 20 september met de top van de Rabobank. Doel is om voldoende tijd te krijgen om het reddingsplan van de Twentse investeerders verder uit te werken. Mevrouw Bijleveld verklaart onder ede, dat Van Nieuwenhuizen haar die benodigde tijd ook heeft beloofd. Volgens van Nieuwenhuizen bedoelde hij daarmee alleen dát weekend. Hetgeen volgens de Commissaris van de Koning onzinnig zou zijn geweest. Het extreem korte uitstel getuigt in ieder van weinig inzicht en grote naïviteit bij de RABO-account executive over hoeveel tijd redelijk is bij de finalissering van dergelijke ingewikkelde deals. Wel verklaart Van Nieuwenhuizen zijn gesprek met de Commissaris te hebben gedeeld met de verantwoordelijke afdeling: “Ik heb het telefoongesprek (met CvdK Bijleveld) doorgegeven aan Bijzonder Beheer. Ik denk aan Laurens Schilder.”

Fatale mail Rabobank onbekend bij RABO-top
Diezelfde afdeling Bijzonder Beheer stuurt de dinsdag na het weekend, op 24 september de cruciale mail met de fatale termijn aan Oad. In die mail geeft de Rabobank enerzijds een formeel akkoord op die zondag gesloten reddingsdeal met de Twentse investeerders, maar stelt zij anderzijds wél een uiterste (en in de praktijk onhaalbare termijn) tot eind van die week om dat akkoord tot in detail helemaal op papier te krijgen. De twee eindverantwoordelijke topfunctionarissen bij de Rabobank Schat en Van Nieuwenhuizen zeggen van die mail niets te weten en wassen hun handen in onschuld. Jan van Nieuwenhuizen verklaart: “Ik ken de mail niet (van 24 september)” Ook oud-RVB-voorzitter Sipko Schat deelt tijdens zijn verhoor uit zichzelf mee dat hij de bepalende mail niet kende:“Voor alle duidelijkheid wil ik graag opmerken dat mij de brief of E-mail van 24 september niet bekend was.” 

Bijzonder Beheer nam eindverantwoordelijkheid, Raad van Bestuur stond buitenspel
De cruciale en voor Oad onhaalbare deadline van 27 september, was dus geen voorwaarde van hogerhand. Werd ook niet gedeeld met hogerhand. En de mannen van Bijzonder Beheer hebben die dodelijke deadline dus geheel zelfstandig gesteld. Scheidend lid RvB Jan van Nieuwenhuizen legt de verantwoordelijkheid voor het stellen van die onrealistische termijn - in een onder ede afgelegde en goedgekeurde verklaring – dan ook geheel bij Bijzonder Beheer:“Bijzonder beheer is eindverantwoordelijke in een dossier als Oad.” Maar Sipko Schat stelde in zijn verklaring dat een belangrijk dossier als Oad wel degelijk op Raad van Bestuur niveau behandeld had moeten worden: "Ik denk dat in het algemeen, als het om dit soort bedragen gaat, dat via Bijzonder Beheer op de bestuurstafel terecht komt en dan worden dat soort dossiers besproken" en "Nogmaals, de regie van het proces lag bij Bijzonder Beheer. Die maken/beoordelen de begroting. Op basis van een advies van de afdeling Bijzonder Beheer beslist de Raad van Bestuur dan daarover."

Pijnlijke eindconclusie
Als gevolg van de zwalkende miscommunicatie bij de Rabobank, is het Oad-dossier dus - tegen de gewoonte en de eigen interne regels van de bank in - nooit op de bestuurstafel terechtgekomen. En heeft de Raad van Bestuur Rabobank dus helemaal niets besloten over de toekomst van Oad.

Verhoren van de Rabobank-medewerkers Schilder en Cuknis (Bijzonder Beheer):
- 1 & 2 maart 2021
- 12.30 uur
- Rechtbank Utrecht

Previous
Previous

Waarom heeft dit kabinet de meest basale crisiscommunicatieregels niet opgevolgd?

Next
Next

De tien belangrijkste Corona-crisis communicatieregels